Een bench moet leuk zijn voor de pup!
Voor een pup die niet bij de fokker heeft geleerd al in een bench te zitten, is een korte periode van gewenning en aanleren nodig. Hierbij moet u op een goede manier te werk gaan. Houd er rekening mee dat alle pups anders reageren, het is dus erg belangrijk dat u goed naar uw eigen hond kijkt.
- De belangrijkste regel voor het aanleren is: áltijd consequent zijn! Dit geldt voor álle gezinsleden. Spreek onderling af wat de regels zijn. Vergeet niet: álle honden kunnen het leren, maar u moet er wel wat voor doen!
- Begin met het aanleren, de dag dat de pup bij u in huis komt. Het is dan vaak nog wel een klein hummeltje, maar hoe langer u wacht en hoe meer u toegeeft, hoe moeilijker het wordt.
- Zorg er in de eerste plaats voor dat de kennel gezellig en vertrouwd is voor de pup. Leg er een dekentje in, indien mogelijk het dekentje met nestgeur dat je pup heeft meegekregen van de fokker. Laat de bench deur open staan, laat de pup de bench verkennen.
- Probeer met behulp van brokjes of een spelletje de pup in en uit de kennel te laten lopen: zorg dat de bench “leuk” is.
- Als de pup er moeite mee blijft houden, geef hem dan eten in de bench. Tijdens het eten gaat het deurtje dicht. Is de hond klaar met eten, dan gaat het deurtje weer open. Wacht niet tot de pup piept, maar zorg dat je er op tijd bij bent. De pup zal de bench steeds leuker gaan vinden, want eten is lekker.
- Valt de pup ergens in de kamer in slaap, dan legt u hem direct in de bench. Hij moet leren dat als hij gaat slapen, hij dat in de bench doet. Doordat hij moe is, zal hij het makkelijker accepteren. Wordt hij wakker, laat hem er dan gauw uit om buiten zijn behoefte te doen. Hij zal daardoor heel snel in de bench zindelijk worden. (Een hond bevuilt over het algemeen zijn eigen hol namelijk niet!)
- Leer uw kinderen de hond in de bench met rust te laten. Het is de enige plaats die de hond heeft. Kruipt hij er in, dan geeft hij aan: “Laat mij met rust!” Een jonge hond vindt in de bench de rust die hij zo hard nodig heeft.
- Als u weg gaat, gaat de pup, met een beloning (geen buffelhuid botjes) in de bench. Houd de periodes dat u weg bent in het begin heel kort. De hond moet het vertrouwen opbouwen dat u weer terug komt. Langzaam kunt u de tijd dat u weg bent verlengen. Begin hier snel mee nadat u de pup in huis hebt. Het wordt moeilijker naarmate de pup ouder wordt en meer vrijheid heeft gehad.
- Het is belangrijk dat u nóóit probeert de hond met brute kracht in de bench te krijgen!
- Als de hond opstandig wordt wanneer hij merkt dat de bench gesloten is, doe dan niets! Schenk geen aandacht aan zijn ontsnappingspogingen. Bekijk hem zelfs niet. Zodra de hond 10 tellen rustig is, laat u hem er weer uit.
- Stuur de hond nóóit in zijn bench om hem te straffen. De bench is een veilige plaats!
- Sommige honden vinden het prettig een deken over hun bench te hebben. Dit verhoogt het gevoel dat het een hol is. Zorg wel dat het nooit te warm wordt in de kennel én zorg dat ze het dekentje niet in de bench kunnen trekken en er zo in verstrikt kunnen raken.
- Geef een hond alleen speelgoed en kluiven in de bench als u erbij bent, ander bestaat de mogelijkheid dat de hond stikt in een deel van het speelgoed. Veiliger is een Kong te geven gevuld met wat lekkers.