Gedrag van de hond

Honden, dus ook Labradors, stammen af van de wolven. Echter zijn de honden in meer dan 10.000 jaar gedomesticeerd en heeft de mens daarin de uiterlijke en innerlijke kenmerken van de honden veranderd. Hierdoor ontstonden verschillende rassen, met ieder hun eigen ingefokte kenmerken. Zo zijn er honden gefokt om te jagen, maar ook rassen ter verdediging van de mens en bv. honden die kuddes drijven. Een hond is in principe wel een roedeldier gebleven zoals de wolf, echter ziet de hond in het gezin waarin hij woont óók een roedel. Net als in de wolvenroedel waarin er een leider is, moet dit ook het geval zijn in een gezin. De hond moet binnen het gezin, ongeacht de grootte, altijd de laatste in de hiérarchie zijn en blijven.

Aangezien honden niet kunnen spreken, communiceren zij onderling op een andere manier. Zij blaffen, grommen, huilen, janken en piepen naar elkaar. Elk van deze vormen geeft een signaal naar de andere hond, wat iets zegt over de gemoedstoestand van de hond. U als eigenaar van de hond zal deze signalen moeten kunnen interpreteren. U zult ook met uw Labrador communiceren dmv commando’s zoals “zit”, “af” etc. Een en ander zult u kunnen leren tijdens een cursus bij uw plaatselijke Kynologenclub. Iets wat altijd aan te raden is.