Algemene omgang met de hond

Over het algemeen willen jonge pups graag luisteren naar hun baas. En in het begin besteedt een baas hieraan ook vaak veel aandacht. Wanneer de hond echter wat ouder wordt, gebeuren er vaak 2 dingen: De baas denkt dat hij het wel voor elkaar heeft en laat de teugels wat vieren; de hond wordt echter zelfstandiger en gaat juist steeds meer uitproberen. Door in de dagelijkse omgang met uw hond een aantal regels in acht te nemen, kunt u er voor zorgen dat het voor de hond duidelijk blijft dat u de ranghoogste bent. We noemen er een aantal:

  • U bepaalt wat er wanneer gebeurt. Dus u geeft de hond niet altijd zijn zin wanneer hij u uitdaagt tot een spelletje, of aan de deur krabt omdat hij er uit wil. Draai de rollen om, zodat het initiatief bij u ligt. Wanneer uw hond aan de deur krabt, en het inderdaad de hoogste tijd is om uit te gaan, geeft u uw hond een commando (bijvoorbeeld “af” of “plaats”). Pas als de hond even is blijven liggen, neemt u hem mee naar buiten. Ander voorbeeld: wanneer de hond opdringerig om aandacht vraagt, negeer hem dan volkomen. Als de hond zijn pogingen staakt en rustig gaat liggen of zitten, dan geeft u hem wél aandacht. Het initiatief komt dan weer van u en u en u beloont bovendien de hond voor goed gedrag: namelijk niét opdringerig zijn, maar rustig zitten of liggen. Het gaat er dus niet om dat u uw hond minder aandacht zou moeten geven, het gaat erom dat niet hij maar u hiertoe telkens het initiatief neemt.
  • Roep de hond, voordat u hem op uw initiatief aandacht, te eten, een spelletje of een hondenkoekje geeft, met een commando naar u toe. U leert de hond daarmee om graag en vlot naar u toe te komen als u hem roept; hij krijgt immers zodra hij op uw commando komt, altijd positieve aandacht.
  • Geef uw hond de leuke dingen van het leven niet altijd meer zomaar. Laat hem voordat hij iets positiefs krijgt (een aai, zijn eten, een wandeling, etc.) er iets voor doen. Bijvoorbeeld op commando naar u toe komen en/of gaan zitten of liggen etc. Door al deze zaken bevestigt u keer op keer op een vriendelijke maar duidelijke manier uw leiderschap over de hond.
  • Als u uw hond borstelt, reik dan over de hond heen of ga over de hond heen staan (met één been aan elke kant) om zijn zijkant te borstelen. Gebaren van bovenaf over de hond heen, zijn voor de hond een teken dat u een hogere rang heeft dan hij.
  • Als leider wint u altijd alle (kracht-)spelletjes. Dus trekt u om het hardst aan een speeltje, zorg dan dat u de hond bewijst dat u sterker bent dan hij.
  • Als u het goed vindt dat uw hond op de bank/ de stoelen/ het bed mag liggen, dan is dat opvoedkundig gezien prima, onder één voorwaarde.  Leer hem (op basis van beloning) een commando dat betekent dat hij van de bank/ de stoel/ het bed af moet gaan (bv: “op de grond!”) en/of dat hij op zijn eigen plaats (mand/kleed) moet gaan liggen. Stuur uw hond, wanneer hij het commando eenmaal begrijpt af en toe inderdaad van de bank/ de stoel of het bed af. De beschikking hebben over de beste ligplaatsen is voor een hond namelijk een veelzeggend voorrecht (dit recht is voorbehouden aan ranghogere dieren).
  •  Uw hond te leren dat u hem tolereert op de bank, maar tegelijkertijd dat u het recht heeft om hem er weer vanaf te sturen, is één ding die u kunt doen om uw rang hogere positie niet in twijfel te laten trekken.
  • De regels kunt u afhankelijk van uw relatie met uw hond strikter of minder strikt toepassen. Wanneer het voor uw hond helemaal duidelijk en geaccepteerd is dat u ranghoger bent dan hij, kunt u “de teugels wat laten vieren”. Merkt u dat uw hond uw leiderschap op de proef wil stellen, dan past u de regels (weer) strikt toe. Overigens is het toepassen van de “huisregels” ook belangrijk bij een niet zo’n dominante hond. Duidelijk leiderschap van uw kant is niet alleen belangrijk om ervoor te zorgen dat de hond niet probeert om zelf de leiding te nemen, maar ook omdat duidelijk leiderschap de hond rust, duidelijkheid, zelfvertrouwen en vertrouwen in u geeft!