Wat kinderen WEL en vooral wat kinderen NIET met een hond mogen doen!
Gedragsregels voor kinderen en hun ouders.
Algemeen: een hond beschouwt een kind niet als zijn baas, maar hooguit als een gelijke. Daarom accepteert een hond bepaalde dingen wél van een volwassene, maar niét van kinderen. Zijn reactie daarop kan zijn dat hij van zich afbijt.
- Kinderen kunnen NIET de verantwoordelijkheid over een hond dragen. Dat betekent dat kinderen over het algemeen niet zónder een volwassene met een hond kunnen gaan wandelen, en óók niet zonder risico’s met een hond alleen kunnen worden gelaten.
- Kinderen mogen een hond niet storen terwijl hij eet of drinkt, of als hij slaapt.
- Kinderen mogen de hond alleen commando’s geven onder toezicht van een volwassene.
- Kinderen mogen (in het bijzijn van een volwassene) wél zoek- en apporteerspelletjes , maar géén trekspelletjes of andere machtsspelletjes met de hond doen.
- Kinderen mogen niet rennen of gillen in nabijheid van een hond. Ook moeten ze hun handen laag houden. Anders kan het zijn dat de hond juist naar hen toekomt en tegen hen opspringt, denkend dat de kinderen willen spelen.
- Kinderen mogen een aangelijnde hond alleen aaien als ze toestemming hebben gevraagd: éérst aan de volwassene die het kind begeleidt, dán aan de eigenaar/ begeleider van de hond en dán aan de hond zelf. (Tijdens cursussen leren ze hoe dat moet.) Ze mogen de hond alleen onder zijn oor kriebelen of aan de zijkanten aaien, richting staart. Een niet-aangelijnde hond mogen ze aaien, wanneer ze eerst toestemming hebben zoals bij de aangelijnde hond, en dan alleen wanneer de hond uit zichzelf naar het kind toekomt.
- Een kind dat er geen behoefte aan heeft om een hond te aaien, kan de hond het beste negeren door weg te kijken. De hond zal de belangstelling voor het kind dan vlug laten varen. Elke reactie op zijn aanwezigheid moedigt de hond alleen maar aan om naar het kind toe te gaan.
Dit zijn de belangrijkste gedragsregels waar u als ouder/verzorger op toe kunt zien!